Tekst: Botine Koopmans.
De Haagse architectuur en stedenbouw uit de periode 1965-1995 is verrassend divers. De afgelopen twee jaar heeft de afdeling Monumentenzorg & Welstand van de gemeente Den Haag een uitgebreide inventarisatie laten maken. Voorafgegaan door het MIP (Monumenten Inventarisatie Project 1850-1940) en de Wederopbouw (1940-1965) is deze periode de volgende in de rij die de aandacht krijgt. Ze heeft de pakkende naam Post 65 gekregen.
De inventarisatie is verricht door de adviseurs erfgoed Judith van Hoogdalem en Botine Koopmans. Zij werden bijgestaan door een klankbordgroep die bestond uit de architecten Rainer Bullhorst, Diedrick de Vilder en Laurens Vis, en de secretaris van de Welstandscommissie Sander van der Ven.
Nog geen waardering voor de Post 65 architectuur
Veel waardering ondervindt de architectuur uit deze tijd in ieder geval nog niet. De weekkrant Den Haag Centraal vraagt in haar rubriek ‘Ter plekke’ aan de geïnterviewde wat afgebroken mag worden en steevast wordt een gebouw uit de jaren zeventig of tachtig genoemd. Bijvoorbeeld: het Centraal Station (extreem lelijk, een Oostblokgebouw); de Koninklijke Bibliotheek (een schoenendoos op pootjes); het laatste stuk van de Zwolsestraat (afgrijselijke bulten van trappenhuizen). Terecht? Hopelijk brengt de inventarisatie een positieve ommekeer teweeg.
Unieke stijlkenmerken uit turbulente tijd
Er zijn ruim duizend objecten, ensembles en structuren bekeken. Zij laten een architectuur zien met unieke stijlkenmerken en stedenbouwkundige structuren die de veranderende ontwerpopvattingen prachtig illustreren. Het was dan ook een turbulente tijd. Een tijd waarin men de in verval geraakte wijken van de stad rigoureus aanpakte. Grote delen van het centrum (het Spuikwartier), de Schilderswijk (de grootste stadsvernieuwingswijk van Nederland), Loosduinen en Scheveningen gingen op de schop. Ze werden vernieuwd naar de op dat moment heersende opvattingen. In voormalig tuindersgebied werden ook een paar nieuwe wijken gebouwd: Nieuw Waldeck, Houtwijk en Kraayenstein. Zij dragen het onmiskenbare stempel van Post 65.
Het was moeilijk kiezen uit de veelal hoogwaardige architectuurontwerpen en structuren. Uiteindelijk zijn er honderd representatieve objecten en vier structuren geselecteerd die een goede eerste indruk geven van wat in deze periode tot stand is gekomen. Zij zijn gepresenteerd in een rijk geïllustreerde brochure (verkrijgbaar bij de Haagse bibliotheken en op aanvraag bij de afdeling Monumentenzorg & Welstand, monumentenzorg@denhaag.nl).
‘Schuin en bruin’ versus ‘strak en grijswit’
Alles lijkt op elkaar, hoor je vaak, maar niets is minder waar. De gebouwen uit de jaren zeventig zijn verrassend anders dan die uit de jaren tachtig. ‘Schuin en bruin’ versus ‘strak en grijswit’ vat de verschillen treffend samen. Lag het accent in de jaren zeventig op kleinschaligheid en variatie, in de crisisjaren tachtig moest het maar eens uit zijn met ‘al die toeters en bellen’ in de woningbouw. Het was soberheid troef. Daar pasten de veelal grijswitte gevels prima bij.
Wie door de brochure bladert zal aangenaam verrast zijn door de grote diversiteit. Er zitten topstukken tussen die iedereen wel kent, zoals het experimentele woonproject Couperusduin, het stadsvernieuwingsproject Katerstraat, beide van Atelier Pro (Hans van Beek) en het voormalige ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van Herman Hertzberger. Maar er zijn ook verborgen pareltjes bij zoals de woning met ‘hoedjes’ aan de Katwijkselaan 59 en een kantoor met uiterst markante gevels aan de Bezuidenhoutseweg 50.
Kwetsbaar
Dit relatief jonge erfgoed is kwetsbaar, omdat de omloopsnelheid hoog is. Mede door de lage waardering wordt gemakkelijk overgegaan tot sloop (woongebouw De Zwarte Madonna) of worden gebouwen onherkenbaar ‘gerestyled’ (winkelcentrum Babylon). De inventarisatie is ook bedoeld als een eerste stap op weg naar meer erkenning en een zorgvuldige omgang met deze ‘jonge’ architectuur. De selectie van foto’s uit de brochure waarbij vooral gekozen is voor de minder bekende voorbeelden, spreken wat dat betreft een duidelijk taal.
Wat een goed initiatief van de Gemeente
Het is heel fijn om dit ontwerp van mijn vader in deze publicatie te zien. Ik heb het altijd zijn mooiste nieuwbouwwerk gevonden
Lelijk? Ik vind van niet. Ik vind pas de ministeries die op de plek van de Zwarte Madonna zijn gekomen lelijk, zo eng afstandelijk komen ze me over. Verder de overkant van die ministeries kunnen me ook niet echt bekoren.