Het VCL ligt in de uitlopers van de Scheveningse duinen in het door Louis P. Zocher volgens de principes van het Engelse landschapspark ontworpen Van Stolkpark. Straten slingeren informeel door een groen park met daarin villa’s in verschillende architectuurstijlen. De locatie van het VCL heeft een verloop van ongeveer drie meter. Dit hoogteverschil is benut om het programma op een ontspannen manier, binnen bestemmingsplan op de locatie te passen.
De hoofdvorm van het gebouw is een soort stervorm. De monumentale villa vormt één van de poten van de ster. Twee poten of ‘vleugels’ van de nieuwbouw reiken naar de twee straten als waren het villa’s. In het midden ligt het centrale hart van de school met de entree(s). Het gevoel van kleinschaligheid in de school is een nadrukkelijke wens van de school. Dit is vertaald in een compact gebouw enerzijds en het principe van verdunnen anderzijds. Er is geen grote aula of verkeersruimte, de truc in veel schoolgebouwen om ruimte te winnen. Maar een intieme entree op de beletage van waaruit men op verschillende manieren door het gebouw kan dwalen. De multiple choice route begint eigenlijk al eerder, op het terrein.
Hoogteverschil
De locatie vormt een schiereilandje tussen de Van Stolkweg en de Parkweg en is van beide kanten met de fiets toegankelijk. De school heeft twee voordeuren: een voor dagelijks gebruik aan de zijde van de fietsenstalling en een meer formele, ceremoniële entree aan de kant van de villa. Eenmaal binnen kan men een verdieping naar beneden naar het souterrain waar de aula, kantine, muzieklokaal en gymzalen liggen. Aan de kant van de Parkweg liggen deze functies ondergronds maar aan de kant van de Van Stolkweg liggen ze op maaiveld. Op de bel etage liggen diverse staffuncties terwijl de hoofdmoot van de lokalen op de eerste en tweede verdieping liggen, weg van de reuring van aula en entree.
Net als de villa’s in de buurt zijn de straatgevels en zijgevels nadrukkelijk familie van elkaar waarbij de straatgevels net iets meer detaillering en verbijzonderingen hebben. De gevelopeningen (ramen) zijn niet streng in het gelid geplaatst maar speelser, iets verspringend waarbij over het algemeen op de onderste laag de gaten groter zijn en boven kleiner (minder hoog). Op een aantal plaatsen, zoals bij de aula zijn grote puien gemaakt die in de gevel gemarkeerd worden door slanke metselwerk penanten.
Loopbrug tussen oud en nieuw
De metselwerk gevel is verbijzonderd door toevoeging van geribbeld metselwerk. Er is veel aandacht besteed aan het uit het zicht houden van alle installatietechniek die er voor zorgt dat het gebouw voldoet aan alle prestatie-eisen van deze tijd. Waar de nieuwbouw robuust en aards op de grond staat is de loopbrug juist rank, transparant en in een donkergrijze kleur. De loopbrug is vormgegeven en gematerialiseerd als een intermediair tussen oud en nieuw. Het park loopt er onder door. Het beeldmerk van het oude VCL gebouw, een groot kunstwerk van M.C.Escher, ‘Pegasus’ genaamd, is door Steenhouwerij Maarssen zorgvuldig uit de oude gevel gehaald en in de nieuwbouw op nagenoeg dezelfde plek weer teruggeplaatst.
Opdrachtgever: HEVO
Aannemer: Blanksma Bouw
Adviseur Bouwfysica: DPA Cauberg-Huygen
Constructeur: Pieters Bouw Techniek
Installatie adviseur: HE adviseurs
Foto’s: Marcel van der Burg
Projecten inzenden voor de Berlagevlag 2021 kon tot 15 mei 2021. Kijk hier voor meer informatie en inzenden>.
De Architectuurprijs Berlagevlag wordt georganiseerd door HaAC, BNA netwerk Den Haag en Dag van de Architectuur Den Haag.
Recente reacties