Herbestemming Thorbecketoren: van kantoor naar Bellavista

Parkeerdek winkelcentrum De Savornin Lohmanplein met Bellavista Foto: Anita Lankhuijzen

Tekst: Marcel Teunissen. Foto’s: Anita Lankhuijzen.

In december 2014 startte wethouder Joris Wijsmuller de ontmanteling van de gevel van de leegstaande Thorbecketoren aan het De Savornin Lohmanplein, in het stadsdeel Loosduinen. De ingrijpende herbestemming van het grijze kantorencomplex tot een transparante woontoren met 116 appartementen nadert nu voltooiing. De toren uit 1968 is niet alleen lichter, maar met twee extra bouwlagen qua profiel ook slanker geworden. Hoogbouw is vrij zeldzaam in deze omgeving en het uitzicht op het Westland, de stad en de zee vormen onderdeel van het wooncomfort.

De appartementen zijn verdeeld over zestien van de achttien etages. Geen exuberant grote penthouses in de top. De etages drie tot en met twaalf zijn voorzien van vier hoekwoningen en vier tussenwoningen. Op de etages dertien tot en met achttien bestaat de indeling uit vier hoekwoningen en twee grotere tussenwoningen. De begane grond van de toren behield zijn openbare functies. De eerste en tweede verdieping kregen commerciële ruimten, waarbij de eerste verdieping weer vanuit het parkeerdek wordt ontsloten.

Eigenaar Urban Interest gaf voormalig Haags stadsbouwmeester Kees Rijnboutt in 2014 opdracht om de kantoortoren te transformeren tot woongebouw. In het ontwerp van Rijnboutt behield de toren de krachtige uitstraling, maar die werd verzacht door de transparantie en verfijning die een woongebouw vereisen. In de volgende fase zal Urban Interest het van meet af aan goed functionerende winkelcentrum laten uitbreiden en renoveren.

nieuwe gevel woningen torbecketoren

Centrum West

Het had het monumentale, door baksteenarchitectuur van de Nieuwe Haagse School gedomineerde centrum moeten worden van de grootste stadsuitleg van Den Haag tot dan toe. Omdat het immense gebied tussen de dorpskern van Loosduinen en de Laan van Eik en Duinen in 1908 Loosduins grondgebied was, had Berlage in zijn Algemeen Uitbreidingsplan van 1908 geen rekening gehouden met bebouwing. Anticiperend op de volledige annexatie van Loosduinen op 1 januari 1923 werd in de nazomer van 1922 door directeur Piet Bakker Schut van de dienst Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting in allerijl een ideeënprijsvraag uitgeschreven. Het hieruit voortvloeiende Plan West werd in 1927 door de raad vastgesteld, nog diverse malen aangepast en gedeeltelijk uitgevoerd.

Willem Kromhout werd gebiedssupervisor over Centrum West, met als bruisend hart het nieuwe De Savornin Lohmanplein. Kromhout liet in overleg met Stadsontwikkeling een maquette vervaardigen met een symmetrische verkavelingopzet en een aantal monumentale bakstenen gebouwen in een open bebouwing langs het plein. Blikvanger moest het museumgebouw voor Indische kunst en cultuur worden, te bouwen in de hartlijn van de op de zee gerichte lancetvormige boulevard van de De Savornin Lohmanlaan. Er kwam weinig van terecht, noch van de sterk op een open blik naar de zee gerichte stedenbouwkundige opzet, noch van de voorgestelde functies en architectuur rond het plein. Plan West en Centrum West werden tijdens de jaren van wederopbouw al snel archiefstukken. Alleen langs de Thorbeckelaan bleef de rol van Kromhout als supervisor goed zichtbaar aan de stevige bouwblokken en de spitse langs- en dwarskappen.

Maquette Centrum West Den Haag

Centrum West in Plan West in 1934, voorstel van gebiedssupervisor Willem Kromhout

Na de bevrijding was een totaal andere situatie ontstaan waarin andere prioriteiten werden gelegd. Voor de bebouwing van Waldeck – een deelgebied van Plan West – raakte W.M. Dudok, die Berlage in 1935 als onafhankelijk stedenbouwkundig adviseur had opgevolgd, in conflict met de tuinders. Wat voor de Tweede Wereldoorlog in qua straataanleg en bebouwing op basis van Plan West in gang was gezet werd afgerond, maar de Berlagiaanse stedenbouw met gesloten bouwblokken en monumentale accenten had uitgediend. Modernistische inzichten qua stedenbouw en architectuur vonden hun neerslag. Tussen de gebieden aan weerszijden van het De Savornin Lohmanplein ontstond niet de beoogde samenhang en Centrum West werd gefaseerd en fragmentarisch bebouwd. De ambities leken teruggeschroefd. Het benzinestation met wat bosschages die het zicht op zee en duinen blokkeren, geven daaraan nog steeds uitdrukking.

Verfijnd brutalist

Architect Piet Zanstra (1905-2003) leverde een belangrijke bijdrage aan de bebouwing van Centrum West. Zijn modernistische architectuur viel goed in de smaak bij Stadsontwikkeling, waar Frits Bakker Schut in 1961 werd opgevolgd door Frits van der Sluijs. In veel grote projecten van de dienst zorgde Reinder Zwolsman voor de bouwsystemen, waarin kwantiteit doorgaans prioriteit kreeg. Zanstra had een gedegen scholing in de hoopvolle vroege jaren van het modernisme. Hij werkte als opzichtertekenaar bij de architect Dick Greiner. In de periode 1928-1931 was hij als assistent van Dudok betrokken bij de bouw van de Bijenkorf in Rotterdam, destijds een van de modernste warenhuizen van Europa. Van 1954 tot 1966 werkte hij in een zeer productieve fase als zelfstandig architect. Vanaf 1966 werkte hij samen met Ab Gmelig Meyling en Peter de Clercq Zubli. Dat was in een tijd waarin de beginselen van het modernisme waren verwaterd.

interieur woning Bellavista

De kolommen worden steeds smaller op de hogere verdiepingen

De Thorbecketoren vormde vanaf het begin onderdeel van een multifunctioneel complex. Die bestaat nog steeds uit een plint van winkels, met een opbouw van drie volumes: de Treubflat, de gemeentelijke Thorbecketoren en een restaurantpaviljoen. Het parkeren werd boven de winkels gesitueerd. Veel Hagenaars bezochten vanaf 1968 de Thorbecketoren voor de GGD of de Dierenkliniek, die weer is opgenomen in een van de commerciële ruimten op de begane grond.

Later werd het modernisme van Zanstra c.s. bekritiseerd en in de loop van de jaren negentig verdwenen enkele gebouwen van hem door de slopershamer, met de Raadzaal aan de Dagelijkse Groenmarkt als bekendste Haagse voorbeeld. Vooral zijn stedenbouwkundige inpassingen werden brutalistisch genoemd, maar zijn werk was op het niveau van de architectonische detaillering verfijnder dan dat van tijdgenoten. Daarom hebben zijn woongebouwen in Mariahoeve, Duttendel, Leyenburg, Waldeck en in de wederopbouwtracé’s langs de Segbroeklaan en de Sportlaan een duurzamer karakter dan zijn kantoorgebouwen.

nieuwe gevel woningen Bellavista

Studies

Voor het ontwerp van de transformatie hebben de architecten van bureau Rijnbout het oeuvre van Zanstra nauwgezet bestudeerd. Hiertoe behoorde de Panoramaflat uit 1962, twee kilometer naar het noordwesten, aan de Laan van Meerdervoort, op de hoek met de Conradkade. De verfijning in de details van de Panoramaflat (die naam was dus al vergeven) vormde inspiratie voor de nieuwe gevels van de Thorbecketoren. Een vergelijkbare opgave betrof de transformatie van kantoorgebouw naar appartementengebouw De Kortenaer, op de hoek van de Kortenarekade en de Anna Paulownastraat. Dit kantoorgebouw kwam in 1969 op de plek van het gebouw voor de OLVEH van Jan Wils, een van de meest bekritiseerde transities uit de naoorlogse geschiedenis van Den Haag. Ook hier is het brutalistisch karakter door kleur- en materiaalgebruik aanzienlijk onthard. Het in mei 2016 voltooide project bleef in zekere zin in eigen huis, want Zanstra was met Gmelig Meyling en De Clerq Zuebli de grondlegger van het huidige ZZDP architecten.

Panoramaflat op de hoek van de Laan van Meerdervoort en de Conradkade

Panorama flat door Piet Zanstra

Wat de Panoramaflat en de Kortenaer gemeen hebben en wat de Thorbecketoren ‘miste’ was een verticale geleding. Die vonden de architecten van Rijnbout in de toevoeging en vormgeving van balkons, die de kenmerkende horizontale stroken onderbreken. Uiteraard werd de transformatie gebaseerd op de bestaande gebouwstructuur, waarbij de gevel geheel werd vervangen. Om aan te sluiten op het ontwerp van Zanstra zijn gelijksoortige materialen toegepast. Details en kozijnen zijn uitgevoerd in aluminium in een warme antracietkleur, de borstweringen in gestraald architectonisch beton in een lichte kleur. De borstweringen vormden geen onderdeel van de hoofddraagconstructie, en werden daarom vervangen. Dankzij overcapaciteit in de draagkracht konden de balkons worden opgehangen aan bestaande constructies die verzwaard zijn. Bovendien konden door de overcapaciteit de twee bouwlagen worden toegevoegd.

Met veel glas, hergebruik van materialen, stadsverwarming, een gebalanceerd ventilatiesysteem en led’s krijgt Bellavista het energielabel A. Uiteraard voldoet het gerenoveerde gebouw aan energetische eisen die in de tijd van Zanstra nauwelijks een rol speelden.

Op 21 juni 2016 organiseerde HaAC een excursie naar Bellavista onder leiding van Rijnboutt

Bewaren

Leave a Comment

*