Tekst: Leo Oorschot, foto’s: Christian van der Kooy.
Bij het ADHD-stadsdebat op 3 maart 2014 was de overeenstemming tussen politici van links tot rechts groot. De internationale instellingen brengen Den Haag status, welvaart en werkgelegenheid, en dat juichen we allemaal toe. De komst van het International Criminal Court (ICC) in 2002 was dan ook een mijlpaal in de ontwikkeling van Den Haag, Internationale Stad van Vrede en Recht. De nieuwbouw van het ICC in Den Haag is een van de meest prestigieuze gebouwen van de Verenigde Naties en met een oppervlakte van 72.000 m2 straks ook het grootste gebouw van de stad. Maar met de komst van de internationale instituten veranderde sluipenderwijs ook het beeld van Den Haag. En niet alleen ten goede.
Met de goed gedocumenteerde expertmeeting in 2007 over het ICC werd burgers een blik in de keuken van de beeldproductie gegund. Daarbij was vooral neutraliteit een belangrijke maatstaf voor de beoordeling. Het fenomeen neutraliteit (dat voordelen heeft in de rechtspraak) werd hier gemakshalve vertaald naar neutrale architectuur. Maar, kan een gebouw wel neutraal zijn?
Generic Architecture en Supermodernisme
Veel gebouwen vanaf de jaren negentig suggereren deze neutraliteit. Voorbeelden zijn De Hoftoren, Ministerie van VROM, gebouwen van Bezuidenhout-C, OPCW, Europol, Eurojust, Hoge Raad of Patent Office in Rijswijk. De meeste gebouwen zijn geconcentreerd in grofweg de economische corridor van Den Haag. De zone van Den Haag Nieuw Centrum (buiten de gracht) en Internationale Zone. Het gaat om gebouwen die binnen de criteria vallen zoals Ibelings die ooit als supermodernisme beschreef. Krijgt de generic architecture van Rem Koolhaas dan zijn beslag in Den Haag? De kwaliteitsverschillen tussen de gebouwen zijn groot. Sommige gebouwen zijn verfijnd gedetailleerd en fraai vormgegeven, andere lomp en boers.
Global Image & The Hague-Legal Capital of the World
Het ICC moest het internationale recht representeren en daarom juist een universeel gebouw zijn, los van bebouwingscontext en tijdsaanduidingen zoals mode, zonder associaties, verwijzingen of herinneringen, en door alle culturen van de wereld meteen begrepen. Een gebouw ontdaan van alle religieuze, politieke of lokale symboliek. Een gebouw dat net zoals de universele ideeën van Plato los van tijd en ruimte bestaat. Een gebouw dat geheel gestript is van alle betekenissen, historische of geografische verwijzingen en het liefst is teruggebracht tot de meest oorspronkelijke vorm: de witte kubus. Een zuivere architectuur die niet is bevlekt door de context en betekenis? Diplomaten, juristen en ambtenaren meenden dat het ICC zo’n gebouw moest zijn, gemakshalve werden wijkbewoners uitgesloten van de discussie.
Een gebouw dat net zoals de universele ideeën van Plato los van tijd en ruimte bestaat
Maar, als er juist een architectuurbeeld achteraf zwaar beladen bleek met betekenis dan was het wel The International Style. Deze architectuur werd door velen gezien als het symbool van Westerse waarden en had zijn hoogtepunt tussen 1920 en 1970. Architectuur die de emancipatorische geest van de Verlichting vorm gaf in de homogene beeldtaal van de moderne architectuur en stedenbouw met ontkenning en verachting voor de onhygiënische, vieze en ongezonde negentiende-eeuwse stad. Tal van historische steden over de hele wereld werden verwoest om plaats te maken voor deze internationale architectuur. Gebouwen met een Global Image die vooral het mondaine karakter van de stad moesten onderstrepen.
Expertmeeting van 7 mei 2007
De expertmeeting vond plaats tussen het bestuur van het ICC, de Assembly of State Parties, de internationale gemeenschap van diplomaten, en vertegenwoordigers van de stad, Rijksgebouwendienst en het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Verschillende lezingen leidde het debat in. Toenmalig burgemeester Deetman benadrukte de relatie tussen Den Haag en het hof. Voor het ICC, de internationale gemeenschap en de stad had dit gebouw een grote symbolische betekenis: ‘Architecture should be such that the building will become a widely recognized symbol. (…) ICC building should communicate the message to the international community ‘that this is where justice is meted out.’ Stadsstedenbouwer Maarten Schmitt stelde het parkachtige stedelijk ensemble dat zich van de Scheveningse Bosjes tot Wassenaar uitstrekt voor als een groen serveerblad met daarop een theepot (het ICC) en theekopjes (de overige internationale instellingen). Over de architectuur betoogde Schmitt: ‘Pluriformiteit is het thema, eenduidige stijl bestaat niet, elk gebouw is het individuele gezicht van de instantie; uitdrukking van haar positie en imago’. Bruno Cathala van het ICC had een uitgesproken beeld van de gevel: ‘The main façade of the Court should be a ‘timeless image symbolizing its mission’.’ It should also reflect that the court is an international and universal court.’ Architect Ivan Reimann van het Ministerie van Buitenlandse Zaken in het historisch zwaar beladen centrum van Berlijn, zei: ‘… chose to build a modern, light, abstract building because in the context of the history of Berlin and the specific site, the architects decided that they didn’t wish to use an architectural language which would refer to the past.’ De toon was gezet in de lezingen.
een groen serveerblad met daarop een theepot (het ICC) en theekopjes (de overige internationale instellingen)
Enigszins verbaasd over deze uitgesproken opvattingen vroeg Mr. E.H. Wellenstein, directeur generaal van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en hoofd van de taskforce ICC, of er geen architectonisch concept was voor de Internationale Zone, en of de stad niet specifieke parameters hanteerde bij de ontwerpen. Ook de voorzitter van het debat Mr. Van Delden vroeg zich af of de stad niet een specifieke stijl in gedachte had voor het gebouw. Het lokale aspect en de context leken volledig weggecijferd. Ook in de discussie die volgde gaf Reimann aan dat de architectenkeuze bij een competitie gebaseerd moest zijn op een gedetailleerde omschrijving van de architectuur.
Schmitt betoogde dat er geen voorkeur voor een bepaalde stijl was en dat de architectuur vooral een keuze was van de internationale instellingen. De stad moest vooral het accent leggen op de inrichting van de openbare ruimte rond het gebouw. Op de vragen van Van Delden herhaalde Schmitt dat de architectonische stijl een zaak was tussen de Assembly of State Parties en de architect die zij koos. De stad had hierin geen rol. Schmitt was van mening dat de gemeente zich niet in moest laten met bepaalde stijlen en dat vooral de heterogeniteit of ‘polyformity’ van belang was.
Naast omwonende werden nu ook de Haagse welstand en het beschermd stadsgezicht buitenspel gezet.
Naast omwonende werden nu ook de Haagse welstand en het beschermd stadsgezicht buitenspel gezet. Daarmee werd de winnende architect ook de steun ontnomen die hij bij het staande houden van zijn plan tijdens bezuinigingsronden van de welstand had kunnen krijgen. Een strategische blunder van de gemeente. De winnende architect werd uiteindelijk overgeleverd aan de grillen van de projectmanagers waarbij budgetbewaking en beveiliging leidend waren. Nadat het oorspronkelijke concept was ontmanteld overwoog de architect de opdracht te geven aan de United Nations.
Uiteindelijk kwam men tot een gezamenlijke conclusie over het beeld: ‘The building should fit into the environment and be well connected to the city. There should not be any pre-conceived notion regarding architectural style. (…) but client and architect have primary responsibility for choosing and implementing the design. The Assembly of State Parties, as the governing body of the ICC, also has an important role to play in the selection of a design. The meaning and significance of the court should be evident in its design.’
Architectenselectie: neutraal gebouw?
De organisatie van de prijsvraag werd uitbesteed aan de Rijksgebouwendienst. De beoordeling vond plaats in drie fases door een jury van 17 personen, waaronder 7 architecten (rijksbouwmeester Liesbeth van der Pol als voorzitter, Herman Hertzberger, Julia Bolles en architecten uit verschillende aangesloten landen zoals Mozambique en Mexico), 8 diplomaten van de Assembly of State Parties en 3 medewerkers van het ICC. Ook burgemeester Van Aartsen en secretaris-generaal van Buitenlandse Zaken mr. E. Kronenburg (beiden na 2008) en Schmitt (tot 2008) waren deel van de jury. De criteria en het beeld waar het winnend ontwerp aan moest voldoen waren met het verslag van de expertmeeting expliciet en beschikbaar. Het besluit over de uiteindelijke architectenkeuze lag in handen van de Assembly of State Parties.
De neutraliteitsgedachte won het van het architectuuricoon.
De discussie tussen de juryleden over de drie winnaars spitste zich toe op de vraag of dit gebouw wel of niet een krachtig icoon moest zijn. Het gebouw moest het recht representeren, maar het mocht niet intimideren vond het ICC. Een neutraal gebouw zoals daar bij de expertmeeting over was gesproken. Van de drie geselecteerde ontwerpen had het gebouw van Wiel Arets de meest uitgesproken vorm. Het gebouw van Ingenhoven was het minst uitgesproken in zijn expressie. Schmidt Hammer Lassen zat er tussen in. Maar van dat laatste plan viel meteen de grote zwarte kubus op, waarin de rechtszalen waren ondergebracht. Deze riep herinneringen op aan de Ka’aba in Mekka vond een aantal juryleden. Van de drie kandidaten werd het gebouw met het minst uitgesproken karakter als eerste gekozen en het meest uitgesproken gebouw als laatste. De neutraliteitsgedachte won het van het architectuuricoon.
In de eindfase nam het projectbureau van het ICC de taken van de Rijksgebouwendienst over. In 2009 startten de onderhandelingen met de winnaars over het architectenhonorarium, de kosten van het ontwerpvoorstel en de uitvoeringsstrategie. Het architectenbureau dat het meeste tegemoet kwam aan de gehanteerde uitgangspunten werd de uitvoering gegund. Uiteindelijk werd in 2010 in een vergadering van de bij het Strafhof aangesloten landen, in de Assembly of State Parties, de voorkeur uitgesproken voor het Deense plan van Schmidt Hammer Lassen.
De black box
De zwarte kubus in het Deense plan, waarin het Permanente Hof van Arbitrage zijn oordelen zal uitspreken, had een problematische symboliek. Men zou het als ‘de black box van de internationale politiek’ kunnen aanmerken. Ook de opgemerkte verwijzing naar de Ka’aba was problematisch. Dit waren symbolieken die het onafhankelijke Hof zwaar op de maag zouden komen te liggen. Uiteindelijk werd de ‘black box’ veranderd in een ‘glass box’, een waarlijk modern thema, en weer stap verder in een eigentijdse ‘green box’. Om het zicht op de duinen niet te verstoren kreeg het oorspronkelijke ontwerp een verdiept liggende onderbouw met daarop torens in verschillende hoogten met daartussen een openbare tuin voor een ‘open, democratische ruimte voor beschouwing en eenheid’. Vanuit de kantoren en vergaderzalen was er zicht op deze tuin en de duinen waardoor er een gevoel van cohesie zou moeten ontstaan.
Alle kwaliteiten van het oorspronkelijk ontwerp waren eruit bezuinigd en langzamerhand veranderde het gebouw in de bunker waar iedereen voor vreesde.
Na de laatste bezuinigingen lag het gebouw niet meer in een verdiepte ruimte maar stonden de torens op een hoge plint. Alle kwaliteiten van het oorspronkelijk ontwerp waren eruit bezuinigd en langzamerhand veranderde het gebouw in de bunker waar iedereen voor vreesde. Bewonersverenigingen waren niet geporteerd van deze ‘nieuwe opzet’ en spanden een rechtszaak aan. Uiteindelijk zou de Raad van State het kaal bezuinigde gebouw erdoor drukken. Als de gemeente Den Haag geen laisser faire houding voor wat betreft de architectuur erop had nagehouden was het mogelijk geweest de oorspronkelijke kwaliteiten van het ontwerp te borgen en had het gebouw veel beter met het landschap geharmonieerd. Zoals architect Schmidt Hammer Lassen het ooit had bedoeld en de bewoners dat ook wenselijk vonden.
De hoogste rechter
De Raad van State moet er steeds aan te pas komen om de bunkers van Europol, Eurojust, ICC en de Hoge Raad er door te duwen bij verontwaardigde bewoners. Gebouwen die door hun geslotenheid en beveiliging de Atlantik Wall lijken te voltooien. Ondanks de gekwalificeerde architecten die wel naar de omgeving keken, leidde de neutrale houding van de gemeente er toe dat de Internationale Zone is getransformeerd tot een kantorenpark vol gebouwen omgeven door hekwerken, pantsergordijnen en staketsels, beton, poorten, slagbomen, camera’s, beveiligers en kogelwerend veiligheidsglas voor de transparantie. Voor de wijkbewoners zijn het onneembare bunkers. Gebouwen die bedoeld waren voor de Europese- of de wereldgemeenschap staan verder van de wereld dan ooit, midden in een woonwijk. Kan een gebouw wel neutraal zijn?
Recente reacties